Uitbeidingsplan Beukelsdijk

Men heeft hier voor zich het plan voor den stadsaanleg op de terreinen benoorden en bezuiden den Beukelsdijk, waarover uitvoerige bijzonderheden zijn medegedeeld in ons ochtendblad van Zondag. Een korte toelichting moge hier nog volgen.

Zooals men ziet sluit het plan zich aan bij den reeds bestaanden stadsaanleg in het Westen. De Mathenesserlaan wordt doorgetrokken tot een pleintje voor de brug over de Delfschhavensche Schie, welk brug toegang verleent tot den Mathenesserdijk en den polder Spangen, waarvoor het plan van exploitatie reeds door den raad is goedgekeurd. Op hetzelfde pleintje komen uit de verlengde Vierambachtsstraat (30 meter breed) en een zijtak (27 meter breed) van een anderen grooten verkeersweg, welke ontworpen is ter plaatse van den tegenwoordigen Beukelsdijk. Het nog altijd aardige en door wandelaars gezochte langdweggetje langs het water en de boerenhoeven dat echter na eenige regens in de nabijheid van het Henergouwerplein in een betreurenswaardigen toestand pleegt te verkeeren, is daarmede ten doode opgeschreven.

Aan het tegenwoordige eindpunt van de Burgemeester Meineszlaan is een plein ontworpen, waarop een openbaar gebouw zal verrijzen. Een andere zijtak van den verkeersweg over den ouden Beukelsdijk buigt daar in de richting van de spoorbaan af naar een tweede brug over de Schie. Tusschen de beide bruggen zal dit water aanmerkelijk verbreed worden zoodat de gelegenheid bestaat de schepen met den kop op den wal te leggen en me zoo een geschikte loslade verkrijgt.

De Heemraadssingel wordt doorgetrokken met ongeveer eenzelfden aanleg. Het water wordt wat breeder, ook van het gedeelte tusschen Mathenesserlaan en Vierambachtsstraat, dat reeds bestaat. Een diagonaalstraat, van 27 meter breed. Zal het tegenwoordige eindpunt van den Heemraadssingel verbinden met het Henergouwenplein, waar het museum van oudheden moet verrijzen met een daarachter gelegene waterpartij.

Benoorden den Beukelsdijk zijn op verschillende plaatsen vrijstaande bouwblokken ontworpen, te midden van plantsoenen of met voortuinen. In het Noord-westen is een speelveld gedacht, en langs de geheele Zuidzijde van de spoorbaan zal een singelwetering komen met plantsoenaanleg, welke singelwetering langs het vroege Essenburg reeds in haar eersten oorsprong te zien is.

Ten slotte ziet men in den beneden linkerhoek van den plattegrond door een dubbele lijn nog het begin aangegeven van de verbreeding van de Aelbrechtskade ten Zuiden van de Hooidrift, welke verbreeding zal worden doorgezet tot het Lage Erf aan het eind van den Nieuwen Binnenweg. Ook de Schie wordt daar een weinig verbreed.

Men krijgt van dit uitbreidingsplan zoo op het eerste oog geen ongunstige indruk. De aanleg lijkt ons wat de hoofdwegen aangaat, rationeel gedacht, en de verdeeling van bebouwd en onbebouwd terrein is op een mindere saaie wijze gebeurd dan door de vele loodrecht op elkaar staande straten en gelijkvormige bouwblokken in een groot gedeelte van het reeds bestaande Westen.

uit:
Nieuwe Rotterdamsche Courant
maandag 30 maart 1914
avondblad A, 1