Betonbouw in Rotterdam
Door de Gemeente Rotterdam werden circa 1.300 betonwoningen gebouwd volgens de systemen “Isola” en “Kossel”. De belangstelling hiervoor is groot geweest; vele bezoekers uit binnen- en buitenland zijn deze werken met een min of meer welwillend oog komen beschouwen. Merkwaardig was zeker het zeer uiteenloopende oordeel over de aesthetische waarde deze complexen, waarbij in het algemeen de opinie van vaklieden veel gunstiger was dan die van leken, die van deze “dobbelsteenen”, “gevangenissen”, enz, enz, meestal niets moesten hebben. Het platte dak zal hier behalve de grijze kleur der muren, wel voor een groot deel debet aan zijn: het gevoel van “geen dak boven zijn hoofd hebben” schijnt voor velen nu eenmaal een onoverkomelijk iets te zijn.
Het valt overigens niet te ontkennen dat betonbouw den architect minder vrij laat dan baksteenbouw, waar het formaat der steenen bij blokken-bouw (Isola) en van de schotten der bekisting bij gegoten woningen (Kossel) onvermijdelijk van invloed op de vormgeving moeten zijn.. Deze gebondenheid, die wellicht door velen als een nadeelige factor zal worden gevoeld, is dit m.i. echter niet, waar de model zich hier vanzelf aanbiedt en volledige vrijheid niet voor elk mensch (en zelfs een architect is per slot van stuk maar een mensch) als een geluk is te beschouwen.
De strengheid van conceptie waartoe betonbouw ook om technische redenen hoopt, is over het algemeen voor het groote publiek meer genegen tot sentimentaliteit, vooralsnog niet zeer aantrekkelijk. Vaklieden zullen uit den aard der zaak hier anders tegenover staan en een minder oppervlakkig oordeel vellen. Uit de hierboven gereproduceerde foto’s moge blijken in hoeverre de architecten Van Hardeveld (Isola) en Hulsbosch (Kossel) er in geslaagd zijn de moeilijkheden, die de nieuwe bouwtechniek hun bij hun streven in den weg heeft gelegd, wisten te overwinnen.
Een nog niet naar tevredenheid opgeloste moeilijkheid bij betonbouw is de afwerking der buitenruimte. De grijze muren van den Isola-bouw noodigen als het ware uit, althans in ons zonarm klimaat, hieraan een meer riant aanzien te geven. Een deel der woningen te Rotterdam zijn geverfd (waarbij wat de verf betreft, weer gebleken is dat “goedkoop” “duurkoop” is; de goedkoope waterverven hebben althans in het geheel niet voldaan), terwijl het complex in Karnemelkersland in betonkleur bleef. Geheel bevredigend is dit laatste echter niet, aangezien de muurvlakken na regen vlekkerig werden en dit nog dagenlang blijven.
De afwerking bij de gegoten betonsteen der Kosselwoningen bestaat uit een opgeworpen spritslaag van bimszand en kalk met toevoeging van wat cement. Hoewel in dit geval waarschijnlijk niet veel onderhoud zal noodig zijn, bestaat ook hier het bezwaar, dat de pleisterlaag nog te gemakkelijk water opneemt, waardoor een egaal aanzien der muurvlakken alleen na eenigen tijd van droog weder te bereiken is.
Wil de betonbouw toekomst hebben, dan zal aan het probleem van de buitenafwerking alle aandacht geschonken moeten worden waarbij niet uit het oog mag verloren worden, dat het toe te passen procédé, althans voor volkswoningbouw, niet te duur mag zijn. Het moet dus, evenals C. en A. “goed en goedkoop” zijn wat de oplossing van dit vraagstuk niet eenvoudiger maakt.
Ir. A.H. Sweys
uit:
Bouwkundig Weekblad
nummer 8
21 februari 1925
blz. 138hui