Aanbouw aan Laurenskerk
De opdrachtgever, de Hervormde Kerk, wil wat vergaderruimte bij de kerk. De architect prof. Quist ontwierp wat strakke kubussen in natuursteen, waar dat allemaal in kan. De opdrachtgever zelf is er kennelijk mee akkoord gegaan. Maar het Welstandscollege niet. En in navolging daarvan ging ook de gemeenteraadscommissie niet akkoord overigens tegen de zin van wethouder Mentink.
Het college van B en W heeft daarop maar besloten de stadsbewoners te vragen naar hun mening. Immers, zij zijn de gebruikers van de buitenkant van de gebouwen, zeker als die buitenkant zo sterk de openbare ruimte vormt. Maar als van die gebruikers een groot deel zegt tegen te zijn, hoe wordt duidelijk dat die uitspraak representatief is op het totaal van de bevolking? De Stadskrant geeft niets weer van een procedure, alleen wat woorden van de architect. Deze is een bekende figuur; hij was o.a. voorzitter van de jury in de gestrande prijsvraag voor de Tweede Kamergebouwen. Hij haalt twee andere professoren bij Monumentenzorg aan, die het wel met hem eens waren. Dat zijn dan bij elkaar drie professoren alsmede, een wethouder en nog Wiek Rohling, ook van Monumentenzorg die achter het plan staan.
uit:
Nederlands Dagblad
26 september 1979