De verkleining van de Oude Plantage

Men is thans begonnen met het rooien van dat gedeelten der Oude Plantage, dat is afgestaan aan een tweetal sportvereenigingen voor het maken van een clubhuis enz. In den Raad is tegen dat voorstel geopponeerd, op grond van de onwenschelijkheid om dit toch al niet groot plantsoen in het Oosten nog meer te verkleinen, maar gebaat heeft dat niet.

Op het hierbij gaande kaartje kan men zien, welk gedeelte aan de publieke wandeling wordt onttrokken: het is ongeveer een tiende van het geheele oppervlak. Daar het echter de uiterste punt is, hindert het minder dan anders het geval zou wezen. Toch wordt de niet zoo heel uitgestrekte wandelgelegenheid er leelijk door ingekort.

Men heeft het bakhout reeds grootendeels van het terrein verwijderd. Eenige zeer fraaie oude boomen, die eveneens het slachtoffer van den nieuwe geschapen toestand worden, zullen in het publiek worden verkocht.

uit:
Rotterdamsch Nieuwsblad
13 oktober 1923