De Passage van Rotterdam
Na al de slechte tijdingen in het laatste halfjaar uit deze stad, die de meening rechtvaardigden, dat dit jaar ons ongeluksjaar was, is het dubbel aangenaam mede te kunnen deelen hoe hier een werk werd voltooid dat, zonder eenige officeele drijfkracht, stad en land tot eer strekt. Een onderneming die èn den zin voor het schoone bevorderden èn deugdelijke renten afwerpen kan, is door de Passage alhier gevestigd.
De meeste groote steden van Europa hebben zulk een overdekte straat, doch wat de meeste dier steden voor fraais hebben, missen de onze. Gelukkig gaan wij in ons lang ook in dit opzicht vooruit. En wat in het bijzonder deze Passage betreft, wij zijn er de hoofdstad mee vooruit – die thans een in miniatuur heeft bij Roetemeijer, maar ongetwijfeld in den omtrek van Heiligenweg of Reguliersbreestraat mettertijd haar groote Passage zal vinden? – maar het was voornamelijk kapitaal uit de hoofdstad, doet het bouwen der Passage hier mogelijk maakte.
Dat dit kapitaal zeer aanzienlijk is, laat zich begrijpen, als men in aanmerking neemt, dat een Passage in het drukke gedeelte eener stad moet gelegen zijn en de prijzen van den grond daar natuurlijk niet het laagst zijn. Zoo was het ook hier.
Hier heeft men op de Korte Hoogstraat een kolossaal heerenhuis met uitgestrekten tuin benevens een daarnaast gelegen kleiner huis moeten aankoopen en doen verdwijnen. Men had toen een doorgang van die drukke straat naar de toendertijd lang niet aanzienlijke Coolvest.
De bouwmeester, de heer J.C. van Wijk alhier, heeft dit aldus verkregen terrein uitmuntend weten te benuttigen en in de Passage zich een monument gesticht. Het algemeen oordeel is, dat geene winkelstraat in Europa deze overtreft in sierlijkheid en goede inrichting – de beroemde Passage te Milaan er buitengelaten.
Eene omstandigheid was in het nadeel van het werk: de nauwheid van de Korte Hoogstraat. Het voorfront, dat toch nog een paar meter achter de rooilijst der straat is gebracht, kon daardoor niet genoeg tot zijn recht komen.
Dit front wordt gevormd door een kolonnade van wit marmeren kolommen, die een marmeren architraaf dragen, welke versierd is met het beeld der stedemaagd. Achter deze kolonnade verheft zich de zeer hooge voorgevel, die door zijn fraaie balkons de aandacht trekt
De gevel aan de zijde van de Coolvest is veel eenvoudiger, doch maakt met de grootsche ingangspoort een goeden indruk. Aan deze zijde heeft de ingang een steenen trap, versierd door een paar leeuwen. Die trap is onvermijdelijk, daar het terrein aan de Korte Hoogstraat heel wat hooger ligt dan dat aan de Coolvest.
Wat de winkelstraat zelve betreft, zij munt uit door sierlijkheid en ruimte; zoowel in breedte als hoogte voldoet zij beter aan de eischen van lucht en licht dan hare zusters. Het glazen dak verheft zich een 20 meter hoog in de lucht en laat stroomen licht toe, zoodat in deze Passage van somberheid geen sprake is.
Het moeilijke vraagstuk om de effen muurvlakten van een winkelstraat smaakvol te verdeelen, heeft de architect opgelost door een keurige verdeeling der winkels in de beneden en de ramen in de bovenverdiepingen en natuurlijk door een rijk ornament, waaraan ook het verguld niet gespaard is.
Rij aan rij, dus aan beide zijden, winkels met kolossale ruiten. Daarboven woonvertrekken.
Het voorste gedeelte der straat is een weinig versmald en heeft plaats gegeven voor een logement boven en een koffiehuis beneden. Dit logement, nog niet geheel voltooid, heeft balcons, die in de Passage uitkomen en door beelden zeer fraai versierd. De ramen van dit logement komen alle uit aan den voorgevel in de Hoogstraat.
Het koffiehuis mag door zijn weelderige en zeer smaakvolle inrichting tot de allereerste in zijn soot gerekend worden.
Ook de winkels, 27 in het geheel, zijn meestal voor den verkoop van fijne artikelen ingericht. Een fraaie winkel is in dit opzicht die van den Italiaan Coini, welbekend door zijn kramen op sommige kermissen.
In uitstraling zoowel als in versiering, verdient de kroon de winkel van de vermaarden Amsterdamschen eau-de-cologne-fabrikant J.C. Boldoot, die hier in kwistigen overvloed winkel inwendig is verfraaid, verdient zeer de aandacht. Niet alleen zijn de spiegels op geheel oorspronkelijke en fraaie wijze omlijst, maar de Amsterdamsche schilder H.J. de Lange heeft tevens er zulk keurig etswerk, op matglas, aangebracht, dat deze Amsterdamsche industrieel, waarlijk een voorbeeld is voor zijn winkelgenooten.
Van het hooge verschil van het terrein, boven vermeld, heeft de bouwmeester op zeer gelukkige wijze gebruik gemaakt, om een benedenverdieping in te richten, die haar licht ontvangt door glazen vakken in den vloer der Passage en door een opening rondom een fontein die het midden der straat siert.
In deze benedenverdieping komen winkels ban den tweeden rang, terwijl in het midden een vruchtenmarkt in het klein en het fijn wordt gehouden. Een in grotwerk aangerichte bierhalle loopt onder het koffiehuis door.
In betrekkelijke korte tijd, van Augustus 1878 tot nu (oktober 1879 red.), is het geheele werk voltooid. De burgemeester heeft het hedenmiddag (15 oktober 1897 red.) officieel voor het publiek verkeer opengesteld.
Wij kunnen den heer van Wijk met dezen dag geluk wenschen. De oorkonde, die in het ontvanglokaal werd geteekend, vermeldt dat op 15 october 1879 door de burgemeester de Passage, opgericht door de heeren F.A. Vriese, F.J. Prins, J.C. van Wijk en M.Hakkert en gebouwd door de firma Hakkert & Co, naar het ontwerp van den architect J.C. van Wijk feestelijk, is geopend in tegenwoordigheid van heeren wethouders en leden van den Raad en een aantal genoodigden.
uit:
Algemeen Handelsblad
17 oktober 1879